Over de kleur van percepties en opinies

Door: Mr. drs. J.Cor Schaap | Tags:, , ,

Het ideaal van onbevangen perceptie en open opinie, lijkt te mooi om waar te zijn.
Dat is inderdaad dan ook niet het geval. In dit artikel zetten we een aantal boosdoeners te kijk. Ondertussen heeft het ook een masochistisch trekje: niemand ontkomt er aan, ook de schrijver niet. Verder dan een medicijn om de schade te beperken kunnen we niet komen. Maar dat is dan ook zeker de moeite waard.
© mr. drs. J. Cor Schaap

1. De kleur van een perceptie

De hoofdbestanddelen van perceptie zijn:
Zoeken – waarnemen – duiden.
Het vervelende is dat al deze zaken theorie-geladen zijn; onbevangenheid kunnen we vergeten.

De beperking van de richting gevende zoekvraag
Zoeken kan niet zonder zoekvraag, je bent op zoek naar iets. De zoekvraag geeft je richting aan.. en tegelijkertijd ook je beperking. Op zoek naar het een, zoek je het andere niet. Dan kan zo doorwerken dat je bepaalde zaken gewoonweg niet ziet: de proef met de gorilla die door je beeld loopt maar die je niet ziet omdat je moet tellen hoe vaak een bal gegooid wordt.
Verder zoek je wat je kent. Je gaat immers naar iets specifieks op zoek.
En die zoekvraag is zo bepaald door de zoekrichting die op zijn beurt weer uit de achterliggende theorie komt. Vanuit een bepaalde verwachting, visie ga je op zoek.
Je weet wat je zoekt….je kunt niet eens zoeken naar iets dat je niet kent.
Je kunt ondertussen wel iets onbekends tegen komen, maar dat is iets anders.
Als iets onbekende tegenkomt dan herhaalt zich de gebeuren als het ware: je gaat zoeken naar aanknopingspunten om op de een of andere manier dat onbekende aan te verbinden of in kaart te brengen.

De beperking van liefde op het eerste gezicht
Ons brein lijkt geneigd om te bezwijken voor de eerste indrukken en deze eerste indruk sterk te vertrouwen.
Volgens deskundigen zijn wij in de eerst 0.1 seconde overtuigd van iemands vriendelijkheid, agressie, betrouwbaarheid ed. En die eerste indruk vertrouwen we ook nog eens heel erg. Sommigen beweren dat je die eerste indruk eerst als waar opslaat en daarna pas gaat nadenken, als je daarbij ten minste niet gestoord wordt. Het lijkt minder vreemd dan je misschien denkt: vertrouwen op wat de ander zegt, is een van de vooronderstellingen van communicatie. Misschien heeft het oude wortels in de evolutie. Als iemand ‘beer’ schreeuwt, kun je beter eerst gaan rennen dan dat je uitleg vraagt. Dat kan daarna altijd nog.

De beperking van ons waarnemen
Al de prikkels die via de ogen onze hersens bereiken, worden onderweg gewijzigd of gefilterd. We hebben in ieder geval de fysiologische bepaaldheid van een vormconstante en een grootteconstante. We zien –gebreken daargelaten- alles in vormen en in verhoudingen. Soms worden we wellicht evolutionair op een bepaald been gezet. Een heuvel op kijken doet ons vermoeden dat die steiler is dan die is.. om ons voor roekeloosheid te behoeden?
Maar meer actueel kunnen ook kijkervaringen een frisse blik in de weg staan. Een vochtig-klimaat kijker kan in een droogklimaat een afstand maar moeilijk correct inschatten. Een kwestie van kalibratie, zoals dat heet.
Daarnaast zien we niet losjes, maar zoeken naar causaliteiten van dingen en bedoelingen van mensen. Coïncidenties lijken geen aantrekkingskracht te hebben. Er moet een verband te ontdekken zijn, een verklaring te geven.
In die zin kunnen achterliggende theorieën ons ook parten spelen.
Een muziekkenner hoort meer dan zomaar een luisteraar. Een wetenschapper neemt weer anders waar dan een bouwvakker. Zelfs wat je vlak voor een waarneming deed kan je mind-set bepalen voor wat je ziet. Muzieklezers zagen bij een bepaald figuur een instrument, porno-kijkers een vrouw. Of een theorie doet je wonderen zien: de 17
de eeuwse onderzoeker die kleine mensjes in het mannelijke zaadvocht kon onderscheiden.

De beperking van ons duiden en wegen
En wat is dan de betekenis en het gewicht van wat je waarneemt of hoort? Wat is een feit en hoe zwaar telt dat feit.
Ook hier is er sprake van een bepalende theorie op de achtergrond.Iemand die je niet aankijkt, wordt in sommige culturen gemakkelijk als leugenaar weggezet: hij durft je niet eens aan te kijken.. In een andere cultuur wordt het zelfde uitgelegd als een blijk van beleefdheid en onderdanigheid. Het is inderdaad maar hoe je het bekijkt.
De geschiedenis geeft ook boeiende verschillen te zien: in de middeleeuwen van Europa was eerst iemand schuldig als die niet in het water bleef drijven maar zonk, later was die juist schuldig als die juist wel bleef drijven.. en nog weer later heeft de hele drijf-of-zink kwestie geen enkele relatie meer met schuldig of onschuldig.

2. De kleur van een opinie

Wie nu mocht hopen dat de opinie volgend op de perceptie, alles wel zou zuiveren komt bedrogen uit. Er zijn heel wat mechanismen die ons klaarblijkelijk op de eenmaal ingeslagen weg willen houden.
Verblinding of cognitieve geslotenheid maken het niet eenvoudig om van mening te veranderen.

Trouw aan de ingeslagen weg.
Wie eenmaal op basis van een perceptie een opinie heeft gevormd, blijkt geneigd die te verdedigen.
Nieuwe feiten worden zoveel mogelijk bij het bestaande beeld ingevoegd.
Wat positief past, krijgt zelfs eerder aandacht dan wat afbreuk zou kunnen doen.
Vermeende afbreukfeiten worden dan ook zo veel mogelijk genegeerd of geherinterpreteerd. We ontkennen ze soms botweg, maar achten ze zeker minder betrouwbaar. We laten ons niet op de kop zitten.
Een beroep op het evidente wil ook wel eens helpen: je ziet het toch gewoon! Daarop speelt ons brein ook slim in: wat je je voorstelt wordt alleen al door dat voorstellen, meer waarschijnlijk. Dat is pas echt inleven.

Mentale zuiverheid
Volgens het streven naar cognitieve consonantie dan wel reductie van cognitieve dissonantie, worden nieuwe feiten op maat van de bestaande kennis gesneden. We moeten wel logisch blijven denken.
Daar helpt ons geheugen naderhand ook nog eens een handje aan mee: we herinneren ons eerder zaken die onze mening ondersteunen dan weerspreken.
Na het afsluiten van een bepaalde kwestie, schoont het geheugen de zaken definitief op: eventuele alternatieve mogelijkheden worden ook afgeschreven.
Twijfel voelt niet goed, zodat er zekerheid moet worden geboden als het doek valt.

Onaantastbaarheid
Sommigen denkmodellen zijn zo knap geconstrueerd, dat ze als een spons alles feiten zowel vóór als tegen op kunnen zuigen. Weerlegging is niet meer mogelijk in een proces van immunisering. ‘Geen emoties verraadt schuld, wel emoties tonen wordt als toneelspel afgedaan’. Het is nooit goed of het deugt niet. Iemand heeft dus altijd gelijk. Minder ernstig is de vorm van de zgn. dichotomieën-val: het is óf wit óf zwart. Dat iets ook rood kan zijn wordt over het hoofd gezien.

3. En het medicijn is ..

Zonder theorie percepties-ondernemen kan niet zoals wellicht boven duidelijk is geworden. Opinies zomaar loslaten werkt natuurlijk ook niet. Wat zou dat betekenen? Kunnen we een medicijn vinden zonder kleurenblind te worden?

Complementair
Het logische gevolg van ons perceptie- en opiniebeleid is dat de claim van waarheid onder druk komt te staan. Nu is waarheid ook een begrip dat verschillende aspecten heeft.
Waarheid heeft in de correspondentietheorie de claim van overeenstemming van woord/begrip en werkelijkheid.


De coherentietheorie vindt het belangrijk dat er in een betoog geen innerlijke tegenspraak zit. Pragmatisch zijn constructivistische theorieën die vinden dat je op een gegeven moment maar de knoop moet doorhakken en aangeven wat als waar geldt.
We ontkomen er niet aan het goedrecht en de beperking van deze theorieën toe te geven en ze als het ware complementair te verstaan.
In die zin kunnen we ook verschillen van perceptie en verschil van opinie complementair verstaan. Waarnemingen vullen elkaar aan, meningen hebben verschillende invalshoeken.
Het open houden van andere waarnemingen en meningen voorkomt dat we ons opsluiten in ons zelf.
Binnen ons zelf zouden we deze houding kunnen voortzetten: naast mijn ene mening kan mijn andere mening staan.. en voortschrijdend inzicht kan mij van mening doen veranderen.

Veel van deze gedachten zijn een vrije bewerking van het boek van Ton Derksen:’ De ware toedracht, praktische wetenschapsfilosofie voor waarheidzoekers’. Uitgeverij Veen 2010.
Voor fouten is echter niet hij, maar ben ik verantwoordelijk.
Verder verwijs ik naar ‘Handboek Mediation’, onder hoofdredactie van A.F.M.Brenninkmeijer. Den Haag 2009, en ‘Mediation in praktijk’ van Hugo Prein ( Boom Amsterdam 2004 )

Delen

Facebook Twitter Linkedin Email

Reageren

De reactiemogelijkheid is gesloten.